Godsdienst: Stille Zaterdag
Het kruis
De soldaten brengen Jezus voor Pilatus, de Romeinse baas. Deze vindt eigenlijk dat Jezus onschuldig is, maar het volk wordt door de hogepriesters opgehitst en ze roepen hard dat Jezus doodgemaakt moet worden. ‘Hij zegt dat hij de koning van de Joden is. Maar we hebben geen koning’. En Pilatus veroordeelt Jezus ter dood. Jezus moet zijn kruis op zijn rug nemen en naar de berg Golgotha lopen. De soldaten bespotten hem. Ze zetten een krans van doornige takken als een kroon op zijn hoofd en trekken hem een paars kleed aan als een koningsmantel. ‘Kijk nou toch eens, nu ben je een echte koning’, lachen ze.
Dobbelen om zijn kleding
Jezus wordt aan het kruis geslagen. Zo ging dat toen met misdadigers. Eerst nemen ze hem zijn kleren af. Die verdelen ze onder elkaar door dobbelstenen te gooien. De winnaar mag de kleding van Jezus houden. Uren hangt Jezus aan het kruis. Dan wordt het aardedonker. Jezus bidt nog een keer tot God en sterft. De vrienden van Jezus halen zijn lichaam van het kruis en leggen het in een graf neer. Ze rollen er een hele zware steen voor. Verdrietig gaan ze naar huis.
Op zaterdag is het stil. De leerlingen zijn weg. Het graf is verlaten.
Reacties
Een reactie posten